Richtlijn Detoxificatie van psychoactieve middelen. Verantwoord ambulant of intramuraal detoxificeren

Een keur aan experts geeft in deze richtlijn aan hoe op verantwoorde wijze het proces van detoxificatie van verslavende middelen kan worden doorlopen en begeleid. Daarbij ligt het accent van het complex van interventies op de biologische aspecten van de verslavingsproblemen, maar is er ook aandacht voor de psychosociale begeleiding. De richtlijn geeft een uitgebreide beschrijving van de medisch-farmacologische behandelingsmogelijkheden voor detoxificatie per psychoactieve stof. Een set van indicatiecriteria voor een meer geobjectiveerde bepaling voor de juiste behandelsetting vormt een leidraad voor de professionals die de behandeling geven.

De richtlijn is een gids voor de screening, diagnostiek en behandeling van patiënten tijdens de detoxificatie. Het gaat hierbij om patiënten van alle leeftijden die afhankelijk zijn geraakt van een verslavend middel. Naast de hoeveelheid, de gebruiksduur en het type gebruikte middel(en), moeten ook de leeftijd van de betrokkene en de motieven, omstandigheden en gevolgen van het gebruik worden bekeken. In deze richtlijn wordt op elk van deze aspecten ingegaan. Naast de richtlijn is de Handleiding Detoxificatie van psychoactieve middelen ontwikkeld waarin de handelingsinstructies voor professionals zijn samengevat voor gebruik in de praktijk. Hierin worden ook aanbevelingen gedaan voor het gestructureerd monitoren van het detoxificatieproces middels de Routine Outcome Monitoring-Detoxificatie (ROM-D). Ook is voor behandelaren en patiënten een cliëntenwerkboek ontwikkeld.

De conclusies en aanbevelingen in deze richtlijn kunnen gebruikt worden door zorgverleners in de verslavingszorg en in psychiatrische ziekenhuizen (onder andere PAAZ en dubbeldiagnose klinieken) die bij de screening, diagnostiek en behandeling van de betreffende patiëntengroep betrokken zijn. Algemene ziekenhuizen hebben vaak hun eigen richtlijnen voor behandeling van intoxicatie en detoxificatie, maar delen uit deze richtlijn zijn ook bruikbaar voor de spoedeisende hulpverlening. Ditzelfde geldt voor de huisartspraktijken. In de richtlijn wordt waar mogelijk of noodzakelijk verwezen naar de huisarts of het ziekenhuis. De richtlijn richt zich zowel op ambulante detoxificatie als op intramurale detoxificatie.

In vergelijking met de Richtlijn Detox uit 2004 bevat deze nieuwe richtlijn aanvullende en herziene handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De instructies berusten op bevindingen uit de beschikbare wetenschappelijke literatuur en aansluitende meningsvorming door wetenschappers en beroepsbeoefenaren in de verslavingszorg, psychiatrie, huisartsgeneeskunde en spoedeisende hulp en de ervaringen van patiënten tijdens detoxificatie.

Inhoudsopgave

1 Methodologische inleiding
1.2 Werkwijze van de werkgroep
1.3 Samenstelling werkgroep en expertgroep
1.4 Wetenschappelijke onderbouwing
1.5 Pilotstudie
1.6 Implementatie
1.7 Autorisatie door de beroepsgroepen
1.8 Juridische betekenis van de richtlijn
1.9 Producten behorend bij de richtlijn
1.10 Herziening

2 Inhoudelijke inleiding: detoxificatie en abstinentie
2.1 Detoxificatie als biomedisch proces
2.2 Psychosociale interventies
2.3 De rol van detoxificatie binnen de behandeling
2.4 Na de detoxificatie

3 Screening, diagnostiek en monitoring
3.1 Anamnese
3.2 Screeningsinstrumenten
3.3 Laboratoriumonderzoek van bloedmonsters
3.4 Lichamelijk onderzoek
3.5 Monitoring

4 Indicatiestelling setting detoxificatie

5 Psychosociale interventies bij detoxificatie van psychoactieve middelen
5.1 Psycho-educatie bij detoxificatie
5.2 Motiverende gespreksvoering
5.3 Cognitieve gedragstherapieën
5.4 Zelfhulpgroepen en 12 stappenprogramma’s
5.5 Andere psychosociale interventies
5.6 Gecombineerde interventies

6 Alcohol

7 Opioïden

8 Benzodiazepinen

9 Gamma-hydroxybutyraat (GHB)

10 Stimulantia

11 Cannabis

12 Tabak

13 Ketamine